Wereldsteden worstelen met groen tekort

Stadsgroen langs de Amsterdams grachten
Stadsgroen langs de Amsterdams grachten

Uit een internationaal onderzoek blijkt dat veel wereldsteden, waaronder Amsterdam, te weinig groen hebben om hun bewoners effectief te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering. De studie, gepubliceerd in Nature Communications, vergelijkt acht wereldsteden op basis van de 3-30-300-regel, een vuistregel voor stadsbomen en groenvoorzieningen.

Volgens de 3-30-300-regel zou elke woning, school of werkplek minimaal drie bomen in de buurt moeten hebben, elke buurt 30 procent boombedekking moeten bieden en iedereen zou nooit verder dan 300 meter van een park of groenvoorziening moeten wonen. Steden zoals Singapore voldoen aan deze norm, met 75 procent van de gebouwen die beschikken over voldoende bladerdak voor verkoeling. Amsterdam scoort goed op de bereikbaarheid van groen, maar op het gebied van bladerdak blijft het achter. Slechts de helft van de Amsterdamse woningen heeft zicht op minstens drie volwassen bomen. 

Veertig procent bladerdak is nodig voor klimaatbestendigheid

Het onderzoek toont aan dat om steden klimaatbestendiger te maken, minimaal 40 procent bladerdak nodig is. 'Dertig procent is het absolute minimum, en veel steden halen dat nog niet', aldus Thami Croeser, stadsplanoloog en onderzoeker. In Amsterdam wordt echter gewerkt aan groenbeleid, en 78 procent van de Nederlandse gemeenten heeft de 3-30-300-regel al geïmplementeerd of is dat van plan.

Slechts de helft van de Amsterdamse woningen heeft zicht op minstens drie volwassen bomen. 

De 3-30-300-regel biedt geen garantie voor biodiversiteit

Cecil Konijnendijk, bedenker van de 3-30-300-regel, stelt dat de regel een belangrijke stap is, maar niet alle antwoorden biedt. 'Het is geen garantie voor biodiversiteit, en het zegt niets over water en ruimte, maar het is wel een krachtig instrument om steden groener en klimaatbestendiger te maken.'

Met deze inzichten pleiten de onderzoekers ervoor om stedelijke ruimte flexibeler in te richten, met meer ruimte voor groen. Volgens Croeser moet de ruimte voor gebouwen en wegen niet als vaststaand worden beschouwd: 'Bomen mogen geen sluitpost zijn in het beleid.'

Bron: Boomzorg, Heleen Kommers 

image