BIODIVERSITEIT IN SCANDINAVIË

image

In Scandinavische landen speelt de teelt van bomen, struiken, coniferen, vaste planten en rozenstruiken een cruciale rol in het behoud van natuurlijke landschappen en biodiversiteit. De regio staat bekend om haar unieke balans tussen koude winters en milde zomers, waardoor inheemse plantensoorten zich hebben aangepast aan uitdagende omstandigheden. Dankzij eeuwenoude tradities in bosbeheer en tuinbouw blijven kwekers experimenteren met nieuwe teeltmethoden.

De impact van klimaatverandering

Desondanks vormt klimaatverandering een groeiende bedreiging. Extremere weersomstandigheden, zoals onverwachte vorst en hevige regenbuien, zorgen voor stress bij de flora. Bovendien neemt de kans op invasieve soorten toe, wat de gezondheid en diversiteit van inheemse planten negatief beïnvloedt. Tegelijkertijd bieden warmere temperaturen mogelijkheden voor het introduceren van nieuwe, aangepaste soorten. Wetenschappelijke projecten en natuurbeschermingsinitiatieven spelen een essentiële rol bij het monitoren en ondersteunen van de teelt. Innovatieve technieken zoals gecontroleerde irrigatiesystemen, verminderde pesticidenregimes en het ontwikkelen van klimaatrobuuste rassen worden ingezet om de negatieve effecten van een veranderend klimaat tegen te gaan. Door samenwerkingen tussen overheden, kennisinstellingen en de agrarische sector ontstaat er een dynamisch adaptatieproces. Zo kan de Scandinavische teeltsector haar rijke groene erfgoed behouden en zelfs verrijken, ondanks de toenemende uitdagingen van klimaatverandering.

Scandinavië als afzetmarkt

Scandinavische landen vormen een uiterst belangrijke afzetmarkt voor boomkwekerijproducten. Deze landen investeren ook intensief in duurzame stadsplanning, recreatieve landschappen en ecologisch verantwoord beheer. Ze stellen hoge eisen aan de kwaliteit, duurzaamheid en klimaatbestendigheid van de geleverde planten, omdat zij vaak te maken hebben met extreme weersomstandigheden. Dit dwingt exporteurs om uitsluitend hoogwaardige, klimaatrobuuste rassen aan te bieden die optimaal bestand zijn tegen de lange, koude winters en wisselvallige zomers. Naast een stabiele afzetmarkt, stimuleren de Scandinavische landen innovatie in productontwikkeling en ecologisch verantwoorde teeltmethoden. Deze continue vraag naar geavanceerde oplossingen zorgt voor een constante investeringsstroom in onderzoek en ontwikkeling binnen de boomkwekerijsector. Kortom, de Scandinavische markt fungeert als een strategische motor voor de export van boomkwekerijproducten, waarbij hun kritische marktbehoeften de sector dwingen tot voortdurende verbetering en aanpassing aan zowel ecologische als economische ontwikkelingen.

Zweden

Zweden is geen groot land, als het gaat om de boomkwekerijsector. De importwaarde in 2023 was ongeveer 50 miljoen euro, de exportwaarde zo’n 6 miljoen euro. “De sector is klein in Zweden met weinig spelers. Velen zijn verdwenen. Maar we zijn een belangrijke bedrijfstak die een grote invloed heeft op het dagelijks leven van mensen en bijvoorbeeld op de mogelijkheid om het klimaat in steden te verbeteren. Klimaat- en milieukwesties interesseren veel jonge mensen; misschien kunnen we ze via die weg bereiken”, zegt Peter Welin. Hij is voorzitter van de tuinbouwafdeling van de Landbouwfederatie met een focus op boomkwekerijproducten en runt ook een van de grootste plantenkwekerijen van Zweden, Essunga Plantskola. Zweden is een lang en smal land, bijna 1600 kilometer lang. Tegenwoordig is het land verdeeld in 7-8 plantenzones, van 1 in het zuiden tot 7 in het uiterste noorden. De variatie in temperatuur en klimaat is aanzienlijk, maar met de wereldwijde klimaatverandering is het een uitdaging om te voorspellen wat we kunnen verwachten. Dit is ook een veelbesproken onderwerp binnen de kwekerijsector. Peter Welin: “We weten niet of de verschillen in het land groter of kleiner zullen worden, maar we weten ook niet hoe het klimaat in landen die plantmateriaal voor ons produceren eruit zal zien en of planten die daar zijn gekweekt hier bruikbaar zullen zijn. We zullen de plantenkeuzes voor het klimaat moeten heroverwegen en er lopen momenteel veel onderzoeksprojecten over dit onderwerp”. Om de gestelde doelen op het gebied van klimaat en duurzaamheid te integreren, moet de kwekerijsector volgens Peter Welin beter samenwerken met landschapsarchitecten, planners en projectmanagers. “Het is een voorwaarde om dit zo goed mogelijk te laten verlopen. Bij het ontwikkelen van plantmateriaal is een vooruitziende blik nodig.”

De Deense tuinplantensector is kleinschalig maar hoogwaardig

De tuinplantensector in Denemarken is een niche binnen de bredere efficiënte en duurzame landbouwsector. Helaas zijn ook hier de exacte cijfers over de productiewaarde van tuinplanten beperkt. De landbouwsector is goed voor ongeveer 22% van de Deense goederenexport (inclusief dieren, zuivel en graan). Binnen deze sector spelen sierplanten en tuinbouwproducten een bescheiden maar stabiele groeiende rol, mede dankzij de toenemende vraag naar duurzame en lokaal geproduceerde planten. Volgens officiële cijfers bedraagt de export van tuinplanten 2,2 miljard DKK. Tuinplanten worden voornamelijk geëxporteerd naar buurlanden zoals Duitsland en Zweden, terwijl de import voornamelijk afkomstig is uit Nederland, dat een belangrijke leverancier is van jonge planten en zaden. Denemarken profileert zich als koploper in duurzame tuinbouw met een sterke focus op biologische, klimaatbestendige planten. Door innovatie, samenwerking en circulaire productiemethoden speelt het land in op klimaatverandering en internationale concurrentie. Deense telers investeren in robuuste plantensoorten, waterbesparing en hernieuwbare energie. Ook is Denemarken wereldwijd de grootste exporteur van kerstbomen, met ruim 10 miljoen stuks per jaar. Ondanks zijn beperkte grootte, heeft Denemarken grote groene ambities.

De teelt van bomen, struiken en vaste planten in Noorwegen

De Noorse teelt van bomen, struiken en vaste planten is bescheiden van omvang - met naar schatting 40 kwekerijen - maar ontwikkelt zich gestaag. De export blijft beperkt door strenge EU-regelgeving sinds Noorwegen als ‘derde land’ wordt beschouwd, terwijl import vooral uit Nederland, Denemarken en Duitsland komt. “Er wordt niet veel geëxporteerd vanuit Noorwegen, voornamelijk geïmporteerd uit de EU,” zegt Maria Fall van de Noorse tuinbouwvereniging. Kansen liggen in de groeiende vraag naar inheemse planten met lokaal vermeerderingsmateriaal. Toch is dit complex: “De markt wil dat het materiaal uit specifieke regio’s komt, maar ‘specifiek’ is vaak allesbehalve specifiek,” aldus Fall. De sector wordt daarnaast geconfronteerd met uitdagingen zoals klimaatverandering en het toenemend verbod op uitheemse soorten. Toch is er ook trots: de plantgezondheid in Noorwegen wordt als een van de beste ter wereld beschouwd. “We zijn blij met een streng fytosanitair regime,” benadrukt Fall. Telers werken met milieuvriendelijke methoden, beperken invasieve soorten en volgen strikte importregels om ziekten en plagen te voorkomen. Een belangrijke stap richting duurzaamheid is de oprichting van Plantinor SA, een coöperatie waarin telers afspraken maken over productie en distributie. “Wij zijn ervan overtuigd dat dit de weg vooruit is,” zegt Fall. “Export is goed voor de economie, maar als het om duurzaamheid gaat, moet het doel zijn om het grootste deel van wat je produceert in je eigen land te verkopen.” De Noorse boom- en plantensector combineert kwaliteit, samenwerking en milieubewustzijn en ziet daarin de sleutel tot een toekomstbestendige groei.

Uitdagingen in Finland

In Finland zijn ongeveer 60 kwekerijen actief met een totale oppervlakte van 271 hectare. De meeste kwekerijen produceren meerdere plantgroepen, zoals fruitplanten, struiken en bomen. De geschatte productiewaarde ligt rond de 40 miljoen euro, goed voor zo’n 500 manjaren aan werkgelegenheid. Volgens Hanna Tajakka, directeur van de Finse kwekersorganisatie Taimistoviljelijät, is de situatie relatief stabiel, “maar de sector heeft de afgelopen jaren te maken gehad met uitdagingen zoals een daling in woningbouw en minder infrastructuurprojecten, al zijn er nu tekenen van herstel.” De sector bestaat vooral uit kleine familiebedrijven. Bedrijfsovernames blijven lastig: “In het beste geval worden er 1-2 nieuwe bedrijven per jaar opgericht,” aldus Tajakka. Tegelijkertijd is er een groeiend tekort aan jonge werknemers. De kwekersvereniging probeert jongeren te interesseren met voorlichtingsprojecten en schoolbezoeken: “We willen studenten aanmoedigen om een carrière in de kwekerijproductie te overwegen.” Een opvallende trend is de toenemende vraag naar inheemse planten, vooral vanuit de publieke sector. Deze verschuiving speelt in op thema’s als biodiversiteit, natuurgebaseerde oplossingen en het voorkomen van invasieve soorten. “De publieke opinie verschuift naar meer natuurlijke tuinierpraktijken, waardoor ook hobbytuinders meer belangstelling tonen voor inheemse planten,” zegt Tajakka. Toch is de overgang uitdagend, onder andere vanwege het gebrek aan geschikt zaad en het opzetten van voldoende productiecapaciteit. Een ander knelpunt is de classificatie van sommige gekweekte planten als invasieve soorten. “Boomkwekerijen krijgen deze informatie vaak pas laat, waardoor ze planten die al in productie zijn niet meer mogen verkopen. Dat leidt tot verlies van investeringen en extra kosten voor verwijdering,” waarschuwt Tajakka. De sector zoekt daarom naar betere samenwerking met autoriteiten voor een meer voorspelbare en werkbare uitfasering. De Finse kwekerijsector staat dus op een kruispunt van stabiliteit en vernieuwing, waarbij duurzaamheid, inheemse soorten en arbeidsverjonging centrale thema’s vormen voor de toekomst.

De basis voor een goede teelt is een gezonde bodem en gezond uitgangsmateriaal bij Liwardi Quick Hedging

Liwardi Quick Hedging uit Nispen vindt zijn afnemers tot in Scandinavië aan toe. Wat trekt zijn afnemers aan in het bedrijf? De KwekersBode sprak met Wouter Veraart. “De basis voor een goede teelt is een gezonde bodem en gezond uitgangsmateriaal. Bij ons wordt het grootste deel van het plantgoed in eigen beheer vermeerderd en opgekweekt. Het plantgoed wordt vervolgens 2 tot 4 jaar in de volle grond uitgeplant. Gedurende deze periode worden de planten regelmatig gesnoeid en ondergefreesd.” Door bodemmetingen toe te passen, kunnen ze locatie specifiek bemesten. Dit houdt het organische gehalte en het bodemleven in stand. Teeltwerkzaamheden zoals ondersteken, bemesten en schoffelen worden uitgevoerd door GPS-gestuurde machines die in overleg met de machinebouwer voor Liwardi zijn ontwikkeld. Dit maakt milieuvriendelijk en efficiënt werken onder goede arbeidsomstandigheden mogelijk. Liwardi-planten kunnen worden gepot in containers van 5 tot 30 liter. Deze containers zijn 100% recyclebaar en koolstofvrij. De potgrond die hiervoor wordt gebruikt, is speciaal voor het bedrijf samengesteld. Deze bevat startfosfaat voor een snelle wortelvorming en voldoende voedingsstoffen om de planten de eerste 5-6 maanden in goede conditie te houden. De meeste planten worden met kluit geleverd. Dit kan op verschillende manieren: met de hand in jute of acryl, de grotere planten (vanaf 200 cm) kunnen ook in kartonnen dozen worden geleverd. Het leveren in deze kartonnen dozen heeft verschillende voordelen: er is minder personeel nodig voor het uitgraven, wat zorgt voor kortere levertijden. Planten kunnen met de doos worden geplant, omdat de doos volledig afbreekbaar is - zelfs de gebruikte lijm is op basis van zetmeel en ook volledig afbreekbaar. De doos breekt binnen 10 dagen af in de grond en laat geen afval of resten achter. De span is zelfs iets groter dan bij ronde/handmatige netten, wat resulteert in een nog betere hergroei. De doos is voorzien van handige handvatten voor eenvoudiger hanteren tijdens het planten. Door de vlakke onderkant van de doos staan de planten mooi recht in de plantgleuf. Wat betreft de handel op Scandinavië ziet Wouter Veraart niet veel verandering: ”Als ik kijk naar de klanten die jaarrond bestellingen doen, zie ik niet echt een groei of afname, Het assortiment dat daar heen gaat is vrij smal in verband met de winterhardheid.”

De Bloemenkampen is gespecialiseerd in grote potmaten

Oprichter Arnold van den Berg had als kind al groene vingers. Hij kweekte allerlei planten in de achtertuin van zijn vader. In 1991 richt hij samen met zijn neef kwekerij De Bloemenkampen op, genoemd naar het natuurgebied waar de kwekerij is opgericht. De Bloemenkampen levert eerst aan de Nederlandse markt, maar na 2000 - als Van den Berg alleen verder gaat - richt het bedrijf zich ook op export. Het specialiseren naar coniferen in grote potten (vanaf 5 liter) was de volgende stap. Met die specialisatie komt De Bloemenkampen tegemoet aan wensen van de klant. Niet iedereen heeft immers het geduld de planten zelf (verder) te laten groeien. De verhuizing naar een grotere locatie in Nunspeet in 2013 betekende de volledige overstap van vollegrondsteelt naar pottenteelt. De Bloemenkampen focust vooral op kwaliteit; de ambitie is niet de grootste kwekerij van Europa te worden, maar de beste. Dat blijkt onder meer uit het gebruik van goede en moderne materialen en een opgeruimde werkplek. Daarnaast focust het bedrijf zich op duurzaamheid; door hun medewerkers enthousiast te maken en te houden voor het vak, maar ook bijvoorbeeld door MPS-certificering. De Bloemenkampen wil zo duurzaam mogelijk werken zegt Herco van den Berg. “We blijven daar voortdurend mee schakelen in meerdere opzichten: milieu, personeel, wet- en regelgeving, machines enz. Wij hebben een kwalitatief uitstekend en breed sortiment te bieden, ook voor de Scandinavische markt. In deze landen kan het natuurlijk ook erg koud zijn, dus er gaan vooral winterharde soorten heen. Eigenlijk gaan bij ons van klein, C5, tot en met grote solitairen naar deze landen. Er blijft in deze landen een stijgende vraag naar coniferen en heesters. Op dit moment is de platworm wel een groot item waar ze heel alert op zijn en dit zorgt bij verschillende bedrijven al voor enige problemen.” 

image
image