De eerste vlinders van de dennenprocessierups zijn in Nederland aangetroffen. Thaumetopoea pityocampa heeft een PZ-status en enkele soorten Pinus, Larix en Cedrus als waardplant.

De vlinders van de dennenprocessierups (Thaumetopoea pityocampa) zijn gevonden in een monitoringnetwerk van feromoonvallen langs de Nederlandse grens. In Limburg zijn twee vlinders gevonden, in Gelderland een vlinder, zo meldt het Kennisplatform Processierups.

Het was eigenlijk te verwachten dat de dennenprocessierups ooit in Nederland zou komen, want de rups verspreidt zich vanuit Zuid-Europa en Noord-Afrika richting het noorden. Zoals de verwante eikenprocessierups zich heeft verspreid. Beide rupsen laten brandharen los als ze verstoord worden en kunnen daarom overlast geven.

Volgens de Europese fytodienst EPPO heeft de dennenprocessierups deze waardplanten: Cedrus atlantica, Larix decidua en diverse Pinus-soorten waaronder Pinus sylvestris, Pinus nigra en Pinus pinea. In de literatuur worden volgens het Kennisplatform Processierups echter ook Quercus ilex en Crataegus laevigata als mogelijke waardplanten genoemd.

PZ-status

In de EU geldt de dennenprocessierups als een PZ-Q-organisme. Dat betekent dat het organisme voorkomt in EU-landen, maar in beschermde gebieden (Protected Zones) nog niet voorkomt. In PZ-gebieden geldt Thaumetopoea pityocampa als Q-organisme.

Volgens het ‘Register eisen en coderingen voor beschermde gebieden’ (versie augustus 2024) zijn Ierland en het Verenigd Koninkrijk PZ-gebieden van Thaumetopoea pityocampa.

Lees meer over de dennenprocessierups bij de NVWA.

Bron: LTO Bomen, Vaste Planten & Zomerbloemen: Arno Engels